woensdag 3 oktober 2007




Het einde van de geschiedenis


‘Het einde van de geschiedenis’ is een uitspraak van Hegel waar Fukuyama in zijn boek naar verwijst. Het einde van de geschiedenis moet je niet zien als het einde van de wereld of het einde van gebeurtenissen. Waar Hegel en Fukuyama op doelen is het einde van de strijd tussen ideologieën, en na de overwinning op het fascisme en het communisme lijkt de liberale democratie de eindoverwinning behaald te hebben.

Volgens Fukuyama is de Liberale democratie niet perfect maar wel de minst beroerde regeringsvorm in vergelijking tot alle andere die tot nu toe zijn uitgeprobeerd. Het doet het meest recht aan de psyche van de mens, aan de behoefte aan vrijheid en erkenning. Linkse intellectuelen en andere critici hekelden Fukuyama zijn uitspraken. Zij vonden het arrogant om te spreken van een systeem dat superieur was aan anderen en sommigen interpreteerden het zelfs als een verkapt pleidooi voor het kapitalisme. Fukuyama weerlegt deze kritiek door een aantal redenen te geven waarom de liberale democratie nu eenmaal het beste past bij de mens.

1. De moderne wetenschappen hebben een onuitwisbare invloed gehad op het vormen van samenlevingen en voor wereldwijde historische verandering. Alleen al om autonoom te blijven moesten samenlevingen en staten wel bijblijven op technologisch gebied. De logica van de natuurwetenschappen werkt door in de liberale democratie en ‘ dictators noch parlementen kunnen de wetten van de natuur herroepen, hoe graag ze dat ook zouden willen’. (Fukuyama, in “het eind van de geschiedenis”)
2. Mensen hebben behoefte aan vrijheid en erkenning.
3. Dictaturen doen vaak alsof ze handelen vanuit hun volk, ze zullen nooit zeggen ‘ dit gebeurt omdat ik dat zo wil, maar ze spreken altijd vanuit het volk’. Dit geeft volgens Fukuyama aan dat zij ook wel weten dat de democratie eigenlijk de geachte staatsvorm is.

Volgens Fukuyama en Hegel is de liberale democratie een onderlinge afspraak van gelijke burgers om elkaar te erkennen. Maar Fukuyama stelt ook de vraag: is deze erkenning op de langere termijn wel genoeg? Is de mens voorgoed tevreden wanneer hij door andere mensen wordt erkend? Volgens Fukuyama is het goed mogelijk dat om deze redenen mensen een oorlog zouden kunnen voeren enkel en alleen om het oorlog voeren. We bevinden ons volgens hem in een eeuwige spagaat tussen enerzijds het verlangen naar gelijkheid en anderzijds het verlang naar superioriteit. De liberale democratie is volgens Fukuyama echter wel het politieke systeem die de beiden verlangens het beste verenigt.

Geen opmerkingen: