donderdag 29 november 2007

Wereld politiek College 6, 19 november


‘Sleutelen aan de democratie’


Vandaag hebben we beschouwend gekeken naar de democratie en hebben we de sterke en zwakke punten besproken.

Sterke kanten van de democratie:

*Gelijkwaardigheid van de mensen.
*We weten allen niet de waarheid dus laten we elkaar met rust
*Ongelijke verdienstelijkheid (je krijgt waar je voor werkt, meritocratie)

Zwakke punten van de democratie

*Gratie van het vrije woord kan ook misbruikt worden
*Spanning tussen regeringszorg en burgerzorg
*Democratie verteld niet in hoeverre de volksvertegenwoordiging oprecht is, er is populisme en paternalisme.
*We willen zowel vrede als vrijheid, waardoor er een paradox is ontstaan tussen controle en loslaten.

Problemen die voorkomen bij onze democratie:

*Mensen stemmen niet langer ideologisch
*Mensen stemmen niet meer op een programma, maar op een persoon, de uitstraling van de partij, op een enkel thema, op vertrouwen etc.
*Mensen stemmen op thema waardoor een partij de grootste kan worden die maar een thema heeft.

Het nieuwe stem voorstel van Dhr. Ouweneel sprak me bijzonder aan. Ik vind het wel een goed idee om meer op punten te gaan stemmen. Op die manier worden de partijen een stuk transparanter en ook de formatie word op deze manier veel directer. Ik vind de manier waarop de formatie plaatsvindt wat vaag en het is voor mij ook nooit duidelijk hoe ze precies tot een uiteindelijke formatie komen. Ik vertrouw het om deze reden ook niet helemaal. Zo een directe manier van stemmen is daar een goede oplossing voor. Het is ook prettig dat je dan een keer in de vier jaar heel uitvoerig kunt stemmen in plaats van dat er talrijke referenda komen. Het komt ook tegemoet aan de menselijke behoefte aan erkenning. Ik zou me een stuk meer serieus genomen voelen wanneer er niet gesjoemeld zou worden tijdens de formatie en ik mijn stem directer in de politiek zou terug zien. Ik denk dat het thema stemmen mensen ook aanmoedigt om zich wat meer te verdiepen in de verschillende thema’s wat meer onderbouwde stemmen oplevert. Ik vraag me wel af hoe we tot een verdeling komen bij de zes stemmen. Ik denk dat het heel lastig zal zijn om daar tot overeenstemming te komen. Maar dit idee zou ik heel graag verder uitgewerkt zien en ik hoop dat het in Den Haag nog eens besproken en serieus genomen word.

Wereldpolitiek college 5, 12 november

Bedreigingen voor de democratie

Volgens Fukuyama kan de democratie zowel vanuit links als vanuit rechts beschadigd worden. Zowel links als rechts heeft kritiek op de liberale democratie. Links vindt bijvoorbeeld dat er op het gebied van gelijkheid nog veel winst te behalen valt, en dat de economie nog altijd teveel invloed heeft. Rechts vindt op zijn beurt weer dat de natuurlijke ongelijkheid er nu eenmaal is en dat wanneer je mensen gelijk behandelt hun menselijkheid ontkend wordt. Individuele talenten zijn nu eenmaal niet eerlijk verdeeld. In een maatschappij waarin men gelijkheid nastreeft stelde Nietzsche vraagtekens bij het vergen van het uiterste van jezelf als je toch niet boven het maaiveld uit mag steken omdat die ongelijkheid in de hand werkt. Hij vond het erg belangrijk dat de mens zijn positie verwierf. Wanneer iedereen gesteund wordt door de staat wordt de mens volgens Nietzsche zwak, slap en gemakzuchtig. Fukuyama ziet twee krachten die de democratie schade toe kunnen brengen, namelijk: megalothymia (het verlangen erkent te worden als superieur aan anderen) en isothymia (gelijke erkenning). Op dit moment gelooft Fukuyama echter dat de bedreiging van de democratie eerder van rechts zal komen dan van links omdat het kapitalisme/imperialisme nu sterk aanwezig is.

Ik denk dat het voor een stabiele democratie belangrijk is dat de beide krachten in evenwicht met elkaar zijn en dat we niet teveel doorschieten naar een enkele kant. In wezen biedt de liberale democratie ruimte voor de burger om te kiezen. De overheid biedt een basis gelijkheid met vrijheid van meningsuiting, vrijheid van pers, minimum inkomen, grondwettelijk etcetera. Men kan een rustig leven leiden in het midden of met veel hard werken proberen met de kop boven het maaiveld uit te steken. Het is wel belangrijk dat iedereen de kans krijgt om zijn positie te ontstijgen als hij dat zou willen. Dat is ondanks onze welvaart nog steeds niet altijd het geval. Sommige groepen hebben een achterstand of zullen niet meer gaan verdienen dan het minimum inkomen, het is voor hen zeer belangrijk dat dat minimum een waardig bestaan oplevert. Want zoals ik in een eerder blog al beschreef gedijt populisme goed onder de mensen die niets te verliezen hebben.

Wereldpolitiek college 4, 5 november

In deze les spraken we over de belemmeringen die er kunnen zijn binnen een land bij het vormen van een democratie. Ook bespraken we in welke mate de cultuur van een land van invloed is op de mogelijkheid van een democratie. De punten die een democratie het meest kunnen belemmeren zijn: nationalisme, religieuze intolerantie, onvermogen tot zelfbestuur en sociale ongelijkheid.

Een zekere mate van nationalisme is goed voor een land, maar er is het risico van doorslaan. Dan kun je al snel de richtingen; fascisme, racisme en nazisme inslaan. Een gevoel van trots is goed voor een natie. Het geeft een wij gevoel en verbind de mensen onderling. Het wordt echter gevaarlijk wanneer deze trots overgaat in superioriteit gevoelens. Wanneer een natie denkt dat de wijze waarop hun het doen ook per definitie de beste manier is voor een andere natie. Dit zie je ook veel in ontwikkelingswerk terug en natuurlijk bij het ingrijpen in Irak. Voor stabiliteit in een samenleving en voor een democratie is het van groot belang dat de meerdere groepen waaruit de samenleving bestaat geaccepteerd en vertegenwoordigd worden. Het anti moslim sentiment wat er dan nu ook heerst in bepaalde groepen van de samenleving en hoe Wilders e.d. daar mee omgaan zie ik dan ook als een serieuze bedreiging voor een prettig samenleven in Nederland. Wilders zou eens met wat redelijke oplossingen moeten komen om prettig samen te leven in plaats van het voortdurend uitsluiten van groepen mensen in zijn redevoeringen. Het is belangrijk dat alle mensen in Nederland een basis hebben en kansen krijgen. Een kans op een goed leven, de kans iets op te bouwen. De problemen die er zijn komen voort uit het simpele feit dat dit nog niet het geval is. Voor de democratie is het belangrijk dat mensen iets te verliezen hebben. Een zaakje, een baan, een huis, iets dat ze niet op het spel zullen zetten. Wanneer mensen niets te verliezen hebben, is er een risico dat ze vervallen in extreem (stem) gedrag. Ze gaan fel stemmen in de hoop op opschudding en verandering.

Wereldpolitiek college 3 , 29 oktober

Wereldpolitiek 29 oktober, college 3

In dit college hebben we voornamelijk gesproken over waarom de democratie, volgens fukuyama, het best passende systeem is. Of anders gezegd, het minst beroerde in vergelijking tot andere systemen. Volgens Fukuyama is de democratie het best passende systeem omdat het het meest aansluit bij de menselijke psyche. Volgens Hegel deelt de mens met de dieren de behoefte aan voedsel, slaap, onderdak en voortbestaan maar onderscheid de mens zich weer door een sterke drang naar erkenning. Mensen kennen waarde toe aan dingen, anderen maar ook aan het eigen bestaan. Mensen vergelijken het eigen bestaan met dat van de buren en willen dan ook dat de buren hun bestaan positief waarderen. Het gevoel van waarde verwoorde Plato als ‘thymos’ (bezieling, hart, vuur). Het kan ook een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid worden genoemd. Er is echter een verschil tussen thymos en het verlangen naar erkenning, het is namelijk mogelijk thymos te ervaren zonder dat dit door anderen bevestigd wordt.

In een democratie heeft een ieder een stem, dus iedereen die stemt doet mee. Het feit dat je mag stemmen is dan de erkenning van je bestaan. Aangezien de Nederlandse burgers (boven de 18) allen mogen stemmen, zou ik er dan vanuit gaan dat het Nederlandse volk zich ontzettend erkent voelt. Toch is dit niet het gevoel wat je krijgt wanneer je op televisie een willekeurige straat enquête ziet over de politiek. Ook binnen de politiek is er een hoop haantjes gedrag wat doet vermoeden dat enkele ego’s zich nog niet helemaal erkent voelen en daarbij rijst de vraag; Is er een grens aan erkenning, of wil je altijd meer? En is de democratie dan wel het beste systeem dat bij de mens past?

Ik denk dat de democratie gebaat is bij mensen die hun ego’s aan de kant zetten voor het gezamenlijke goed, mensen die luisteren en openstaan voor echt samenwerken. De democratie is er bij gebaat dat mensen hun behoefte aan erkenning uit zichzelf halen (thymos) en niet uit andere mensen (behoefte aan erkenning+ zetels). De mens zit echter mijn inziens niet zo onbaatzuchtig in elkaar, en ik denk dat mensen die in de politiek gaan dikwijls vinden dat zij de weg weten. Maar ik denk wel dat de democratie op dit moment het systeem is dat het meeste de kracht heeft om dit nog enigszins te beteugelen. Maar, de democratie kan nog beter.

donderdag 18 oktober 2007

Maandag 15 oktober, college wereldpolitiek 2

Wat zijn je eerste associaties bij de term geschiedenis? Was de openingsvraag van dit tweede college wereldpolitiek. “Herhaling” dacht ik “ en dat we zo weinig leren van onze en andermans fouten”. Maar is dit wel zo? Herhalen we ons echt of is het toch iedere keer net weer even anders? In de wetenschap kan men goed spreken van vooruitgang, wanneer een theorie beproefd en bewezen is gaat men vanuit dat punt weer verder met het onderzoek. Men probeert niet telkens hetzelfde wiel uit te vinden, dat is niet nodig. In de kunsten spreekt men niet van vooruitgang in de zin van; deze kunstenaar heeft het beter gedaan dan de vorige.

Door de geschiedenis heen zie je een voortdurende wedloop tussen landen en volken. De militaire wedloop is een duidelijk voorbeeld van hoe landen ‘bij’ moesten blijven om hun natie te beschermen en te behouden. Ze moesten zich ontwikkelen, belegeren, en ze moesten genoeg burgers hebben en geld. Deze competitie is een motor geweest achter de geschiedenis en heeft culturen en beschavingen gevormd tot wat ze nu zijn.

Interessant om te horen dat de middenklasse vooral rust wil en stabiliteit. Dat mensen minder radicaal worden wanneer ze iets te verliezen hebben. Logisch als je er over na denkt maar ook frustrerend als je je bedenkt dat er op dit moment grote groepen mensen zijn die het niet voor elkaar krijgen een middenstand positie te verwerven en we een overheid hebben waarvoor het oplossen van deze situatie geen prioriteit is. Dat er figuren zijn die de mensen die het niet lukt alleen maar afrekent en zwart maakt, en realistische duurzame oplossingen afdoet als zwak en naïef. Dan zie ik onze overheid, zoals vaak het geval is, vervallen in symptoom bestrijding. Meer politie, meer controle, meer regels terwijl de onderliggende oorzaak ongemoeid wordt gelaten.

We besproken deze les ook het fenomeen mercantilisme. Een goed voorbeeld zag ik
gisteravond op televisie. Het betrof een fragment over de ramp Katrina in New Orleans. Opvallend was het hoe de afro-amerikaanse bevolking van Amerika de eerste dagen na de ramp aan hun lot overgelaten werden terwijl Amerika de mankracht en de financiën heeft om waar ook ter wereld in 1 dag een heel kamp met eten, hulpverleners en medische zorg op te zetten. De bewoners van New Orleans (overwegend afro amerikaans) zijn blijkbaar geen prioriteit. Het witte huis laat zich dan van zijn beste blanke mercantilistische kant zien. Het witte huis dat ik allang niet meer democratisch zou noemen. De verkiezingen zijn inmiddels verworden tot een toneelstuk en de winnaar van de grote fundraising wedstrijd krijgt de hoofdrol. Ik weet dat het zo werkt, het is niets nieuws, maar iedere keer verbaast het me weer dat deze overheden dit soort zaken flikken en ermee wegkomen.

woensdag 3 oktober 2007




Het einde van de geschiedenis


‘Het einde van de geschiedenis’ is een uitspraak van Hegel waar Fukuyama in zijn boek naar verwijst. Het einde van de geschiedenis moet je niet zien als het einde van de wereld of het einde van gebeurtenissen. Waar Hegel en Fukuyama op doelen is het einde van de strijd tussen ideologieën, en na de overwinning op het fascisme en het communisme lijkt de liberale democratie de eindoverwinning behaald te hebben.

Volgens Fukuyama is de Liberale democratie niet perfect maar wel de minst beroerde regeringsvorm in vergelijking tot alle andere die tot nu toe zijn uitgeprobeerd. Het doet het meest recht aan de psyche van de mens, aan de behoefte aan vrijheid en erkenning. Linkse intellectuelen en andere critici hekelden Fukuyama zijn uitspraken. Zij vonden het arrogant om te spreken van een systeem dat superieur was aan anderen en sommigen interpreteerden het zelfs als een verkapt pleidooi voor het kapitalisme. Fukuyama weerlegt deze kritiek door een aantal redenen te geven waarom de liberale democratie nu eenmaal het beste past bij de mens.

1. De moderne wetenschappen hebben een onuitwisbare invloed gehad op het vormen van samenlevingen en voor wereldwijde historische verandering. Alleen al om autonoom te blijven moesten samenlevingen en staten wel bijblijven op technologisch gebied. De logica van de natuurwetenschappen werkt door in de liberale democratie en ‘ dictators noch parlementen kunnen de wetten van de natuur herroepen, hoe graag ze dat ook zouden willen’. (Fukuyama, in “het eind van de geschiedenis”)
2. Mensen hebben behoefte aan vrijheid en erkenning.
3. Dictaturen doen vaak alsof ze handelen vanuit hun volk, ze zullen nooit zeggen ‘ dit gebeurt omdat ik dat zo wil, maar ze spreken altijd vanuit het volk’. Dit geeft volgens Fukuyama aan dat zij ook wel weten dat de democratie eigenlijk de geachte staatsvorm is.

Volgens Fukuyama en Hegel is de liberale democratie een onderlinge afspraak van gelijke burgers om elkaar te erkennen. Maar Fukuyama stelt ook de vraag: is deze erkenning op de langere termijn wel genoeg? Is de mens voorgoed tevreden wanneer hij door andere mensen wordt erkend? Volgens Fukuyama is het goed mogelijk dat om deze redenen mensen een oorlog zouden kunnen voeren enkel en alleen om het oorlog voeren. We bevinden ons volgens hem in een eeuwige spagaat tussen enerzijds het verlangen naar gelijkheid en anderzijds het verlang naar superioriteit. De liberale democratie is volgens Fukuyama echter wel het politieke systeem die de beiden verlangens het beste verenigt.